14 Juli… ik werd op die dag zelf 42 jaar oud en mocht ook een fantastisch huwelijk voltrekken.
Het ‘huis der gemeente’ was op deze zonovergoten zomerdag het kleine (tweede) strandje aan de rivier de Merwede. Geen stoelen en ook geen versieringen… zon, water en zandkorrels vormden het decor voor het ja-woord.
Samen met een groepje familieleden en goede vrienden wachtte ik de bruiden op. Op een spierwitte tandem kwamen ze ons tegemoet, de roze ballonnen die aan de bagagedrager waren bevestigd, dartelden vrolijk in het zomerbriesje. Zoonlief zat breed lachend achterop, het geheel ontroerde me zo, dat ik een brok in mijn keel voelde.
Gezamenlijk daalden we de stenen trap af die naar het stand leidde en we vormden met z’n allen een kring, vlakbij de waterlijn. Dicht bij elkaar, want de woorden die werden gesproken moesten het geruis van de golven kunnen overstemmen. De mooie, in geweldig grijs gestreepte zomerpakken gehulde bruiden, stonden samen met hun ventje in het midden van de cirkel.
Omringd door al hun dierbaren mocht ik hen toespreken. Voor deze gelegenheid was ik zelf –op verzoek van het bruidspaar- niet in toga maar in een pantalon met een zomercolbert. Voor noodgevallen mijn zonnebril in het haar, in de hoop dat ik de tekst zou kunnen lezen zonder verblind te worden door het zonlicht. Dat lukte gelukkig prima.
Natuurlijk vertelde ik het verhaal van de ontmoeting, de liefdesgeschiedenis, hun toekomstdromen en -verwachtingen. In eigen woorden spraken ze elkaar daarna toe; beloofden elkaar een geweldige toekomst samen en liefde die eeuwig voortduurt. Iedereen was ontroerd, het was een prachtige ceremonie.
Het ondertekenen van de trouwakte vergde wat improvisatie, bij gebrek aan een tafel. Maar juist de eenvoud van deze plechtigheid maakte het een extra bijzondere gebeurtenis. Ontroerd en met de zandkorrels nog tussen mijn tenen, fietste ik na afloop naar huis.
Net als het bruidspaar, op weg naar een feestje in de buitenlucht op deze mooie zomerdag!