Toeval bestaat niet
Op een donkere, koude winteravond ging ik kennis maken met het bruidspaar dat ik later in die maand het ja-woord mocht vragen.
Voor zowel bruid als bruidegom was dit het tweede huwelijk, dat had de bruid-in-spé me vooraf telefonisch al gemeld. Benieuwd naar de personen en het verhaal over het ontstaan van hun liefde, de kennismaking én hun wens om samen deze belangrijke stap te zetten, werd ik verwelkomd in hun behaaglijk verwarmde dijkwoning.
Op de geplande trouwdatum –zo vertelden ze- zou het precies vier jaar geleden zijn dat ze elkaar hadden ontmoet. Dat was destijds een lichtpuntje in de een zware en verdrietige periode voor beiden. De kennismaking vond namelijk plaats in de hal van het gebouw waar die dag een bijeenkomst werd georganiseerd voor rouwverwerking. Bij binnenkomst van beiden bleek dat de receptioniste kortstondig afwezig was en de gasten zodoende niet direct kon verwelkomen. Daardoor stonden de twee deelnemers samen even te wachten tot de inschrijving kon plaatsvinden. En dus liepen ze nadien ook samen de zaal binnen. Fijn, want ze voelden zich toch wel heel kwetsbaar. Hij haalde voor beiden een kopje koffie bij de bar en aarzelend begonnen ze een gesprek.
Na een welkomstwoord door de organisatie, werden de deelnemers in kleinere groepen verdeeld. Toevallig –of niet?- kwamen ze bij elkaar in hetzelfde groepje. Aan alle deelnemers werd gevraagd of zij hun verhaal wilden delen … het verhaal over het verlies van hun dierbare. De spits werd afgebeten door een moedige dame en zo hoorden ze vervolgens beiden de ervaringen van een aantal gesprekspartners. Toen was de beurt aan haar. Ze vertelde over de moeilijke periode tijdens de slopende ziekte van haar man. En over zijn overlijden, op die herfstdag eind november.
Hij hoorde haar relaas ademloos aan… want de ervaring die hij hierna zou delen over het verlies van zijn vrouw, had een heel belangrijke overeenkomst; de datum van overlijden was exact dezelfde novemberdag. Dat schepte direct een band. Dat voelde zij ook meteen, toen hij daarna zijn verhaal vertelde. Een gevoel om voorbestemd te zijn om elkaar te ontmoeten.
Ze hielden elkaars hand liefdevol vast, toen ze afwisselend het woord namen tijdens dit verslag over hun kennismaking. ‘Wij geloven niet in toeval’ verwoordde zij hun beider gevoelens ‘er is zeker meer tussen hemel en aarde, onze ontmoeting kan geen toeval zijn geweest.’
Er volgden na die kennismaking nog vele ontmoetingen, ze waren altijd te kort. Er was zoveel te bespreken, zoveel te delen samen. Elke ontmoeting bleek nog waardevoller dan de vorige, de interesse in elkaar werd steeds groter naarmate een aantal maanden verstreken.
Haar jong volwassen zoon en zijn twee adolescente kinderen leerden elkaar ook kennen en waren tot ieders grote vreugde heel blij met de opbloeiende liefde tussen hun ouders.
Op een donderdagmiddag in de vroege lente sloot ik het wettelijk verbond tussen twee mensen die zich zó verbonden voelden met elkaar. Emotioneel een verbintenis tussen zeven; bruidspaar, kinderen en de twee personen die altijd in hun gedachten zouden blijven … en die hen hadden samengebracht.